Eind 1997 loopt het nieuwe 911 type 996 van de band. Nieuwe technologieën zoals Porsche Stability Management (PSM) en VarioCam Plus doen hun intrede. De ten opzichte van de voorganger grotere carrosserie biedt nog meer comfort voor de passagiers, het nieuwe onderstel zet maatstaven qua bewegelijkheid en rijplezier. Voor het enorme potentieel van de nieuwe boxermotor wordt voor het eerst vloeistofkoeling toegepast. Karakteristieke optische kenmerken zijn de nieuwe, markante koplampen en een gewijzigde harmonisch lijnenspel maar ook door aërodynamische topwaarden.
Behalve de Carrera 2 werd er in 1998 direct ook de Carrera 4 vierwielaandrijver gelanceerd. Natuurlijk was de cabriolet ook weer van de partij, de kap was net als bij de 964 en 993 volledig elektrisch bedienbaar. Vanaf modeljaar 2002 was er ook een Targa en een 4S-versie beschikbaar. Tevens kreeg het interieur een update. Het nieuwe interieur is te herkennen aan het feit dat er een afsluitbaar handschoenenkastje in het dashboard zit.
Ondanks dat Porsche de cilinderinhoud moest verkleinen naar 3,4 liter gingen de prestaties toch omhoog, de standaard 911 had een topsnelheid van 280 km/h en een standaardsprint van 0 naar 100 km/h werd gerond in 5,2 seconden. Alle modellen waren tevens beschikbaar als S-versie met snellere 3.6 liter motor, voorzien van 320 pk. De 4S heeft hetzelfde body als Turbo, maar dan zonder de koelgaten in de achterschermen. Van de GT3 verschenen drie modellen: een gewone, een lichtere Cup versie en een (nog weer snellere) RS versie. Ook een GT2 werd uitgebracht: deze had aanvankelijk een top van 315 km/h maar na een update werd de topsnelheid 319 km/h.